“Een glimlach verscheen op zijn lippen. De eerste in maanden. Tosse had niet meer gelachen sinds zijn Verbanmis, maar nu kon hij zich niet meer inhouden. Hij keek om zich heen, naar de rest van zijn bende, en zag hetzelfde. Blije gezichten. Gegrinnik. Het was Rian, die hij met haar twinkelende ogen en ontblote tanden nog nooit zo gelukkig had gezien. Op de grond lagen de verminkte lichamen van wat Agricoles wachters, sommigen nog niet helemaal dood. Tosse zag ingeslagen schedels, een opengereten keel, ingedrukte oogkassen en… de stalen deur van de voedselopslag die langzaam open ging.”
De wereld is, meer dan 700 jaar na Teoc, nog immer in verval. Onvoorspelbare droogtes, overstromingen en verzuurde regen zorgen voor mislukte oogsten en schaarste. Er is te weinig voedsel, te weinig drinkwater, te weinig alles. Er worden meer mensen geboren dan de aarde kan voeden. In de bewoonbare gedeelten van de wereld hebben zich min of meer ordentelijke samenlevingen gevestigd, maar wie daarin geen plaatsje weet te verwerven, er uit gezet wordt of wiens gemeenschap door een van de vele dreigingen ten gronde gaat rest niets anders dan de woestenij in te gaan en daar proberen te overleven. Verbanning is een van de zwaarste straffen die de meeste gemeenschappen kennen. Minder erg dan levend begraven (want er is een overlevingskans) maar erger dan onthoofden (want langdurig en ellendig). Overleven in de woestenij is zwaar en voor velen onmogelijk. Deze verbanning gaat in Yerap praktisch altijd in een zogenaamde verbanmis. Dit is een ritueel waarbij de verbanneling gestript wordt van zijn positie binnen de samenleving. Hij verliest al zijn (eventuele) rechten en bezittingen en krijgt ook het vermank. Het vermank is een verminking die toegepast wordt om aan iedereen duidelijk te maken dat een de persoon een verbanneling is. Hoe dit vermank er uit ziet, zal per plaats verschillen.
Er zijn echter groepen die in de woestenij weten te overleven. Door overvallen, plundertochten en roofpartijen schrapen zij de benodigdheden voor hun bestaan bij elkaar. Soms, maar dan ook heel soms, zijn deze schepsels zo wanhopig om te overleven dat ze zich zelfs verlagen tot het eten van mensen- en mens-achtigen. Dit gegeven is zo afschuwelijk, dat het gelijk al hun lotgenoten dezelfde naam bracht: Cannibales.
De Cannibales bestaan vaak uit bendes van tussen de vijf en de vijftig man, waarin je zowel arme, wanhopige lui vindt die geen middelen van bestaan konden vinden, als mensen die uit de maatschappij zijn gestoten omdat hun gedrag of uiterlijk van de norm afweek, als de ergste misdadigers. De misdadigers zijn meestal de aanvoerders. Sommige bendes hebben al jaren weten te overleven en er zijn Cannibales die in de woestenij geboren en getogen zijn. Rond kleine, afgelegen nederzettingen (zoals Nain Doré, het spelgebied) hangen altijd wel bendes Cannibales rond in de hoop op een makkelijk doelwit. Vaak delen verschillende Cannibales bendes een gebied onder elkaar op en maken eenvoudige afspraken over wie waar mag roven. Dit opdelen van een ‘jachtgebied’ is een van de weinige dingen die haast alle Cannibales respecteren, vaak ook omdat op het betreden van het gebied van een andere bende al snel de dood staat. Soms komt het voor dat groepen Cannibales zich scharen in een bende die veelal hetzelfde vermank hebben ontvangen. Het vermank wordt dan wel eens een teken van herkenning en heel soms zelfs eentje van trots. Zo zijn veel Cannibales bendes vernoemd naar het vermank die in de oorsprong het meest voorkwam in de bende, bijvoorbeeld de bende van de Gebroken Kaak, de Gevilde Hand of het Geschroeide Oor.
Let op: het is toegestaan om als speler een Cannibales te spelen, maar het wordt wel afgeraden. Graag ontvangen wij hier een bericht over op terrax@sinderlarp.nl