Op deze pagina vind je het verhaal waar we op Terra X spelen. Deze wordt na elke editie geupdate.
De eerste evenementen van Terra X vertelden het verhaal van Nain Doré, een kleine nederzetting temidden een relatief jong Agricoles koninkrijk. Hier ging het om het om de spanningen tussen de Mineurs, die een ondergronds Anciens bouwwerk als mijn hadden opgeëist, de aftakelende Agricoles koning Enumatil, verschillende bendes Cannibales en, uiteindelijk, nieuwe en nog onbekende vijanden.
Dit alles is nu ten einde gekomen. De mijn is ingenomen of verlaten, afhankelijk van aan wie je het vraagt. Het Agricoles koninkrijk is gevallen en over koning Enumatil weet niemand iets. Cannibales, onder leiding van de verschrikkelijke Aggart de Bottenaar, leven zich uit in de resten van de beschaving en de nieuwe vijanden, voor sommigen nu minder onbekend, hebben met giftig Gas en Hoge Magie de laatste overlevenden verdreven.
Er gaat nu een nieuw verhaal verteld worden…
Het volgende hoofdstuk van Terra X zal anders zijn en een eigen verhaal vertellen. Natuurlijk met de bekende elementen van de Vervallen Wereld, maar met ruimte voor vernieuwing. En wie weet, misschien komen oude bekenden nog voorbij, of zijn er nog geheimen die ook later en verder weg ontrafeld kunnen worden?
Er is een voorwerp uit de lucht gestort en op de wereld terecht gekomen in een zee van vlammen en stof. Uit de hemel? Van tussen de sterren? Dat hangt af van aan wie je het zou vragen. Haast iedereen heeft dit zien gebeuren, want voor een drietal dagen is de nacht amper gevallen. En direct al begonnen verschillende verhalen rond te gaan over het verschijnsel: een Emmisaire van de Lichtheer die zou neerkomen, een voorwerp van de Anciens, een boodschap van Gaia of, volgens sommige pragmatische geleerden, gewoon een vallende ster.
Een vallende ster, dacht men eerst. En toen werd het groter, helderder. En uiteindelijk brak het uiteen en kon men nachtenlang zien hoe een regen aan brandende sterren richting de aarde viel. Die theorie kon dus geschrapt worden, net als vele anderen. En natuurlijk kwamen in ruil daarvoor weer net zoveel andere ideeën naar buiten: niet één, maar meerdere Emmisaires! Een opgebroken Anciens stad uit de lucht, of een etterende wond in het lichaam van de godheid die de hemelkoepel vormt.
En waar het precies is neergestort en in hoeveel delen, is lastig te ontwaren. Het is onbewoond gebied, niet goed in kaart gebracht, voor zover kaarten in de Vervallen Wereld betrouwbaar zijn. Noord-oostwaarts, dat was voor de meesten wel duidelijk. Ver van het de westelijke kust van het continent, waarschijnlijk zelfs dusdanig ver dat het voorbij de invloedsfeer van de Gildecultuur zou zijn. Sommige kaarten hebben in deze richting grenzen staan, grenzen van de Nordat Federatie. Maar informatie daarover, net als een veilige route die kant op, is haast net zo zeldzaam als een goede maaltijd.
Volgens velen is dit wel een van de grootste gebeurtenissen sinds Teoc. Alsof het aangewakkerd werd door het vuur uit de sterren, zo ontvlamde de wereld ook.
In veel steden en nederzettingen braken rellen en opstanden uit, gedreven door wanhoop. Op plaatsen van dichte samenleving was het altijd al een zeer dunne lijn tussen onderdrukking en wetteloosheid, en deze gebeurtenis deed op veel plekken die lijn breken.
Ook de Enfant Lumières kwamen in beweging, heilig overtuigd van een teken van de Lichtheer. Legioenen die al jaren op een vaste plaats bleven, verwoven in hun Diocese, trokken er spontaan op uit. En door heel het continent voerden zij hun gevreesde Zuiveringen nog fanatieker uit, en menig nederzetting is al in rook opgegaan. Wanneer je nu een Frater van een Legioen tegen komt, is er weinig ruimte voor dialoog of discussie: zij zijn op kruistocht.
En natuurlijk roeren bendes Cannibales zich op de Woestenij tussen bewoonde gebieden en verschijnen haast dagelijks nieuwe groeperingen wanhopige plunderaars en overlevers. Nederzettingen die niet ten prooi vallen aan een zuivering van de Enfants, verdwijnen plots in een ander vuur: het vuur van wanhoop en waanzin.
Dit alles heeft tot gevolg dat bijna niemand zich nog veilig voelt, ook al lijken de muren van de steden zo hoog en de kleinere dorpen zo hecht. Een ware volksverhuizing is gaande, van vluchtelingen en rovers, van doorgedraaide gelovigen en gelukszoekers, richting de gevallen ster. Of er juist ver er vandaan vluchtend.
Er vertrokken al grote religieuze processies en stromen mensen toen het object nog niet ter aarde was gestort. Abbé’s van Gaia en predikers van de Heer van het Licht, samen met hun volgelingen, onderweg naar een geschenk van de goden. Of geleerdes en onderzoekers, bereid om lijf en leden te riskeren voor een grootse ontdekking. En natuurlijk honderden, duizenden gelukszoekers uit alle hoeken.
Zo’n massale beweging van individuen, groepen en gemeenschappen heeft natuurlijk een aanzuigende (of verstotende) werking en de ene groep slaat op de vlucht voor ander, of gaat er juist met kwade plannen achteraan.
Het verhaal speelt zich in deze Vervallen Wereld af; brandend en onzeker.
Het verhaal volgt een groep, de spelers, op reis naar het onbekende. Het enige dat zeker is, is dat er iets uit de hemel is neergekomen, en dat dit ergens ten noord-oosten, in onbekend gebied ter aarde is gekomen.
Een groot deel van het verhaal is dan ook het bepalen, ontdekken en overleven van deze Reis. Waar moeten we langs, wat kunnen we al te weten komen? Wie kunnen wij vertrouwen, waar krijgen wij bevoorrading? En dit alles in een onzekere en vijandige wereld, waar bendes Cannibales en zuiverende Enfant Legioenen niet de enige dreiging zullen zijn.
Want tegelijk met deze groep, gaan honderden ook op Reis. Vluchtend, hoopvol, angstig, wanhopig, nieuwsgierig. Duizend-en-een redenen, maar de Vervallen Wereld geeft niet genoeg ruimte voor iedereen om hun doel te behalen. Niet iedereen zal overleven, of zelfs maar in de buurt komen.
En uiteindelijk kan het er maar één zijn, die als eerste het grote geheim van de val weet te ontdekken. Eén persoon of één groep, dat zal de tijd leren.
Binnen het verhaal van de Reis is er namelijk veel ruimte voor onderlinge strijd en concurrentie, ondanks dat er een gezamenlijke groep gevormd wordt. Er zal samengewerkt moeten worden, maar de wereld is hard en offers zijn makkelijk op te brengen, als je jezelf er mee kan redden.
De Hordes van Aggart de Bottenaar razen over het land. Na jarenlang de woestenij geteisterd te hebben, heeft de Bottenaar zijn Gramme Greep om de strot van het Koninkrijk weten te krijgen. Nain Doré en het koninkrijk d’Enumatil zijn gevallen.
Maar niet alle hoop is vergaan. Op een dagreis-afstand van Nain Doré, net buiten de grenzen van het koninkrijk, komen vluchtelingen samen in een haastig opgezet kamp. Een samenraapsel van zielen die allemaal ergens de afgelopen dagen, vrijwillig of onvrijwillig, zijn gevlucht. Dit kamp is van de Volgers van Attalan, een Reisgenootschap dat samenhangt om twee centrale figuren en hun gedeelde visie op de Reis; de Schutsvrouwe en de Navigator, een vreemd figuur met Anciens techniek in zijn hoofd zo blijkt.
De Schutsvrouwe, een gildeloze genaamd Hyrondelle, heeft besloten om als beschermer van de Navigator op te treden. Zij is vastbesloten aan de Grote Reis naar het Hemelobject te beginnen. Onder de Volgers bevinden zich onder andere Pyment, een Agricole savant gevlucht uit de Noorderhoeve die de voorraadkar beheert, en Antog, een Gaiaanse Abbé.
De Navigator blijkt alleen nog niet goed te werken en mist nog essentiële componenten om toegang te krijgen tot zijn Zicht in de Hemelen. De Vinger van Attalan moet aan de Artefacten in zijn hoofd bevestigd worden, en tevens moet hij nog diep drinken van het Feu Celeste.
Het vluchtelingenkamp wordt echter omgeven door vijanden. Natuurlijk zijn er de bloeddorstige Cannibales van de Gevilde Hand onder leiding van de Bottenaar zelve. Maar ook het 7de Legioen der Enfants Lumières laat hun interesse zien in het Anciens Artefact dat de Navigator is. Er wordt 's avonds laat zelfs door een reizende Kahuna gesproken over een groep Zwarte Malformes, de Jagers van Dahun, die vreselijke Kolossen voortdrijven. En dan is er nog de Groene Dood, die met hun Serner Ratten en met het geluid van de Looden Bel altijd meekijken over de schouders van de Onderwormen die laten blijken teveel Kennis te hebben van de Werking van de Vervallen Wereld. Velen worden in de nacht door deze Ratten meegenomen om zich voor hun Gemaskerde Meesters te verantwoorden.
Maar naast deze vijanden zijn er ook onverwachte bondgenoten. Een Mineur prins, Zabidor, met een vraag om hulp. Of is het juist een verleidelijk aanbod? Een mysterieuze Gifziener die onder de GIF-brug onbegrijpelijke voorspellingen doet. En in de bossen blijken zich naast volgelingen, ook de Gemergelde Mannen, vijanden van de verdwenen koning Enumatil, te scharen.
Aggard de Bottenaar, Dirigent van het Ultrageweld, wordt uiteindelijk verslagen door het offer van Khuilin, een onbevreesde Mineur van het Derde Volk. En bijzonder genoeg ook met hulp van de Groene Dood, die zich beriepen op een van hun Geboden. ‘De Vijand van mijn Vijand kan goed ter werk gesteld worden.’
De Navigator wordt middels de kennis die de vluchtelingen hebben weten te ontwaren gedwongen de Rorsteinlijnen aan te raken en zo te drinken van het Feu Celeste. En met het gedreun van de trommels van de Jagers van Dahun in hun oren, vertrekt het Reisgenootschap richting de Kroon van GIF.
De Reis brengt het Reisgenootschap, de Volgers van Attalan, bij de ingang van een zeldzame ‘veilige’ doortocht door de zogenaamde Kroon van GIF. Dit is het gebied Dahun-Nabij-het-GIF en hier treffen de spelers een obstakel: het Toldorp.
Al snel ontmoet men hier de Reizers van Baander, een groep Gildelingen met vooral veel Bricoleurs. Vanuit hun nederzetting, Kaap Groenewater, zijn zij ook vertrokken in navolging van het Hemelobject. Hierin worden zij geleid door een drietal, Bougie, Bens en Rolls.
Op de eerste avond klinken er plots vanuit het GIF trommels en is de gloed van vele fakkels te zien. Een groep Malformés, onder leiding van de vreselijke Scabreuze Koning, bezoekt het Toldorp. De koning wordt constant geflankeerd door een immense hoeveelheid aan slaven en een tweetal Malformes Woordmachters. Op een houten draagbaar wordt een misselijkmakende Artefact, dat zij de Nagel noemen, voorgedragen. Van deze Nagel lijkt een Bleek Licht af te schijnen. Dan wordt geproclameerd: de Tol. Zonder deze Tol te betalen kan men niet de route door het GIF gebied nemen. Dat zou de Scabreuze Koning niet toestaan. Zowel de Volgers van Attalan als de Reizers van Baander bieden giften en diensten aan, maar geen zijn voor de Scabreuze Koning voldoende. Hij zal de volgende nacht terugkeren.
Het Toldorp blijkt een levendige nederzetting te zijn waar een tweetal bendes actief zijn, de Zwaardvissen en de Zwarte Knokkels. Een aantal Volgers van Attalan raken verstrikt in hun onderlinge vetes en bende gevechten. Zabidor komt weer langs en hier worden, zo blijkt later, de eerste stappen en voorwaardes besproken met de mineurs voor wat uiteindelijk de inname en verwoesting van de Mineur nederzetting Ban Mettes zou worden.
Er wordt langzaam ook een normaliter vrij obscuur deel van de Vervallen Wereld zichtbaar: het conflict tussen verschillende Mercantile families. Al snel wordt duidelijk dat de verschillende machtige families de wereld voor hen hebben opgedeeld in zogenaamde Districten; en daar draait dit conflict om. De familie Put is, door onheil of erger, hun eigen District verloren. Zij proberen zich nu met intrige, listen en zelfs geweld te vestigen in een van de Districten van de immens machtige familie Kremer. Verschillende personen in het Reisgenootschap worden, of zijn blijkbaar al langer, door een van beide families ingeschakeld om vuile klusjes op te knappen met de belofte van Mercantile steun en rijkdom.
Mabel, Medicin van het Tweede Volk, vindt haar einde als gevolg van het gif dat ook Khuilin en Aggard de Bottenaar dode.
Enlon, een Volger van Attalan, neemt de zorg voor de Nagel over. Dit zal zijn onvermijdelijke einde betekenen. Hij verdwijnt in de kroon van GIF en wordt nooit meer gezien.
Jin, een Medicin Combatant, wordt gedood tijdens een gevecht om de Scabreuze Koning te dwarsbomen.
De gevreesde en nog onbekende Groene Dood maakt, wederom, een publiekelijke verschijning.
Het Reisgenootschap zit vast. Een deel van de Volgers is gevangen door de Reizigers van Baander, de tolpoorten zijn nog steeds dicht. Middels een list worden de gevangenen van de Volgers van Attalan bevrijd.
In de Nacht openbaart zich een tot dan toe onbekende gemaskerde figuur zich aan Volgers van Attalan: de Slavenprins. Deze predikt over vrijheid van haar volgelingen, ten koste van de ondergang van de Scabreuze Koning.
Fratres van het 7de Legioen proberen met geweld de Navigator op te eisen. Deze raakt echter in paniek en een van de Fratres sterft een gewelddadige Flits Dood. Wel wordt de Schutsvrouwe Hyrondelle meegenomen, want het blijkt dat zij jarenlang trouw heeft gediend als Enfant in een van de Legioenen.
De Nachtmarkt, georganiseerd door de Mercantile familie Kremer. Hier worden zeldzame voorwerpen en diensten aangeboden en is er ‘vermaak’ dat voor velen over een grens gaat, maar wordt ook de machtige positie en de welvaart van de familie Kremer duidelijk: zij komen hier mee weg. Hier leert het Reisgenootschap ook Volt kennen, een Schatbricoleur met ongekend veel verstand van Artefacten en hun werking.
Het Reisgenootschap komt er gaandeweg achter dat de Malformés Woordmachters en de Scabreuze Koning gebruikmaken van Anciens Bovennatuur die zij zich eigen hebben gemaakt om een verschrikkelijke vloek waarheid te maken. Een van de Malformés Woordmachters heeft zich slapend in een wereld van Nachtmerries opgesloten en stuurt die dromen naar de werkelijkheid.
Vanuit zeer onverwachte hoek komt hiervoor de oplossing: wederom vanuit de Groene Dood. Zij dragen een deel van het Reisgenootschap op om hen te ondersteunen met het uitschakelen van de Zwarte Dromer en de Anciens Bovennatuur onschadelijk te maken. Een deel van het Reisgenootschap gaat angstig en onder dwang met hen mee, terwijl het overgebleven deel de grenzen van werkelijkheid en nachtmerrie ziet afbrokkelen op het hoogtepunt van de vloek. Diegenen in de droomwereld begeleiden een van de Serner Ratten in het uitschakelen van de macht van de Malformé Magiër, terwijl zij geteisterd worden door hun verleden.
Bobur vertrekt, men noemt hem een verrader.
De heks Vesna is dood, zij zal worden herinnerd.
Hinde wordt aangewezen als nieuwe Schutsvrouwe van de Volgers van Attalan.
Enumatil blijkt een zeer machtige Woordmachter te zijn, een oud-cannibales bendeleider die zijn koninkrijk heeft gebouwd op een bron van GIF, die op de korte termijn erg vruchtbaar is, maar op de langere termijn gruwelijke misvormingen creëert. Hij sterft aan de hand van Hinde met behulp een Artefact, de Hand van Ongehoorzaamheid, die zij op de Nachtmarkt van Kremer heeft verkregen tegen een zware prijs.
Met de nieuwe dag verschijnt de Slavenprins in de Tolpoort. De hoop dat via haar er een doorgang door het GIF-gebied kon worden gegarandeerd vergaat al snel als zij zich openbaart een Malformès te zijn. Ze kroont zichzelf tot de nieuwe Scabreuze Koning, proclameert zijn ondergang en ontzegt het Reisgenootschap de toegang tot het de Kroon van GIF. De poort wordt geblokkeerd door een van de enorme Kolossen. Vanuit de andere richting verschijnen de rode vaandels van het 7de Legioen, vastberaden om met Sterkrecht de Navigator te nemen. De Volgers van Attalan zitten in de val.
Tijdens het gevecht dat uitbreekt, verschijnt plots de Kolos Lamech. Door de aanwijzingen van Mimi Magnifique raakt Lamech in een angstaanjagende worsteling met de Malformès Kolos in de poort. Lamech wint deze confrontatie ternauwernood, en het Reisgenootschap, spoedt zich door de poort. Door de Kroon van GIF. Met een omweg richting Ban Mettes.
Het reisgenootschap maakt de doorreis naar Ban Mettes, en staan dan voor de muren van het relatief welvarend mineur koninkrijk, volledig opgebouwd, zoals bijna alle Mineur nederzettingen, rondom een locatie van de Anciens. In het geval van Ban Mettes is dit een eenzame, betonnen toren van ongeveer 30 meter hoog. In grote, gele letters staat FSB12-BanMet geschreven. Deze toren bleek de ingang te zijn voor een groot complex van de Anciens, een gigantische bron van rijkdom voor Monarch Astat en de andere Mineurs.
Op dit moment is Astat op weg om een van zijn zoons te ondersteunen bij de verdediging van diens rijk elders, dus wordt de troon warm gehouden door zijn derde vrouw, Ducatt, een dochter van de patriach van mercantile familie Kremer. Dit onder jaloezie van de eerste vrouw, Makita. De tweede vrouw, Ami, houdt zich weg van de politiek. Haar belangrijkste taak en doel is het baren, opvoeden en veilig houden van de directe erfgenamen van Astat.
Zabidor, kleinzoon van Astat en niet in directe lijn voor de troon is maar op één ding uit. Zijn eigen rijk. En hiervoor gaat hij over lijken. Letterlijk. Maar het verst gaat hij nog om zijn geboorterecht te verzekeren. En dat is om alle nazaten van Astat in Ban Mettes uit te roeien. Hiervoor heeft hij een klein leger bij elkaar verzameld: Cannibales en Gildelozen uit verschillende uithoeken van de Vervallen Wereld. Van de restanten van de Gevilde Hand tot de illustere moordenaars van het Gescheurde Oog, en zelfs de armzalige sukkels van de Geknakte Knie.
De Volgers van Attalan worden onvriendelijk ontvangen in de Trog, een verzameling van tenten vóór de poort van Ban Mettes. Hen wordt toegang tot de stad geweigerd. Waarom hier voor de poort dan toch mensen verblijven wordt snel duidelijk. Er klinkt een diepe hoorn, en Ducatt verschijnt boven de poorten om manden met voedselresten te schenken aan de bewoners van de Trog.
Het Reisgenootschap van de Volgers van Attalan gaan zich beraden hoe ze de poorten van Ban Mettes kunnen breken. En voor wat voor prijs? Erfgenaam van de patriarch van mercantile familie Kremer, Leonard wordt gedood door de Volgers als prijs voor een wapen dat Ban Mettes kan vernietigen.
Maar buiten de belegering, hebben de Volgers van Attalan het druk genoeg in de Trog zelf. De tweede dag vind er Bloedsport plaats in de doorreizende Gloriekuil. Mizar-7 wint de prijs door staande te blijven tegen Metaal Maximaal. Ook komt het schisma in de Achterhoede sterk naar voren. Ze voelen zich ongehoord en er is te weinig voedsel om de reis naar het Hemelobject af te maken. Schop, een jonge revolutionair, krijgt steeds meer aanhang - maar tegelijkertijd geloven steeds meer Agricoles dat hun maître Myrtel een heuse profeet is. Ookwel de Dochter van Gaia.
In de bossen rond Ban Mettes leven mysterieuze, in doeken gewikkelde malformé genaamd de Ciël die medicinale wonderen lijken te kunnen verrichten voor een prijs. Ze sluiten een pact met het Reisgenootschap: zij zullen de zieksten onder hen genezen, in ruil voor een onnoembare dienst.
Een soldat van de Groene Dood wordt neergehaald door een aantal Reizigers, iets wat voor kort tot onmogelijk werd beschouwd. Een kist met Terremol wordt meegenomen.
Het Beleg van Ban Mettes begint. Zabidor en zijn bende zijn aangekomen, een Vuurappel, gemaakt door Schaltbricoleur Volt is geregeld door de familie Put. De Vuurappel klimt behendig door de muur van Ban Mettes, en met haar vallen de poorten. Het Reisgenootschap baant zich een weg naar de troonzaal van Ducatt, waar Zabidor Ami en al haar kinderen heeft geëindigd, waarna ook Ducatt haar laatste adem blaast. De Volgers van Attalan reizen door met de beloofde kar met voedsel, een eenheid Terresang, én iets wat Zabidor ze niet heeft willen meegeven, maar wat door de moederkracht van Ami en de zorgen van Gaiaan Egidius wel meereist: het laatste kind van Ban Mettes.
Het reisgenootschap bestaande uit de vluchtelingen van Nain Doré en het koninkrijk d’Enumatil, en verschillende personen die zich onderweg hebben aangesloten om de Navigator te volgen naar het Hemelobject. Het reisgenootschap bestaat uit een voorhoede (de spelers) en de zogehete Achterhoede, een groep Agricoles die tot nu toe verantwoording droeg voor het voedsel van het Reisgenootschap, maar steeds meer in opstand dreigen te komen.
De Navigator leidt de Volgers van Attalan richting het Hemelobject door het Anciens Artefact in zijn hoofd.
De eerste Schutsvrouwe van de Volgers van Attalan, een ex-Enfant Lumières.
Grote belangrijke Mercantile familie, met als patriarch Theodore Kremer. Zijn zoon Leonard is recentelijk omgelegd door de Volgers van Attalan.
Kleinere Mercantile familie, met als matriarch Beatrijs Put.
Een groot koninkrijk van Malformés in het epicentrum van het GIF, onder leiding van de Scabreuze Koning. De volgelingen van de Koning zijn de beruchte zwartgeklede Jagers van Dahun, onbeschrijfelijke Zwarte Magiërs, kolossen, en een leger aan slaven.
Mysterieuze malformés die in staat lijken te zijn alle ziekten en kwalen te genezen, maar nooit zonder prijs. De Ciël waren ooit de persoonlijke heelmeesters van de Scabreuze Koning voordat ze verbannen werden.
De grootste angst van ieder weldenkend persoon. De Groene Dood is een mysterieuze groep onbeschrijflijk sterke figuren, hun gezicht altijd verborgen onder maskers, die het GIF kunnen besturen en met zich meedragen. De Groene Dood wordt vaak vergezeld door zogenoemde SERNER Ratten, gemergelde wezens in dezelfde maskers.
Een Malformès die, door de Volgers van Attalan te gebruiken, erin geslaagd is de heerschappij van de Scabreuze Koning te doen wankelen. Na hun poging tot machtsovername werd het Malformès koninkrijk in zo’n chaos ondergedompeld dat het Reisgenootschap de doortocht door de Kroon van GIF kon maken.
Enumatil was de koning van het Agricole koninkrijk d’Enumatil. Het bleek echter dat deze op het eerste gezicht nobele koning langzaam, gelijk zijn koninkrijk, steeds meer gebukt ging door corruptie en het Verval. Zijn Woordmacht leek hem steeds krankzinniger te maken, en met de steeds gruwelijker daden die hij ondernam, bade hij steeds meer in de door hemzelf bedachte verwrongen rechtvaardiging. Hij vond zijn einde aan een van zijn oude onderdanen, de Agricole jager Hinde.
De grootste en wreedste Cannibales Krijgsheer in dit deel van de Vervallen Wereld. Zijn titels waren zo omvangrijk als zijn bloedlust; De Hemelbestormer, de Dirigent van het Koor van het Ultrageweld, de Breker van Koninkrijken. Vlak na de ondergang van het koninkrijk d’Enumatil werd hij echter vergiftigd door de Mineur Khuilin, die zijn daad ook zelf met de dood moest bekopen.
Prins Zabidor was al jaren op zoek naar het stichten of het zich toe-eigenen van zijn eigen Koninkrijk. Hij is een kleinzoon van de Monarch Astat, welke heerste over de Mineur nederzetting Ban Mettes. Door list en bedrog heeft Zabidor met de hulp van de Volgers van Attalan Bann Mettes ingenomen en geplunderd.
De drie vrouwen van Astat, de voormalig Monarch van Ban Mettes. Ducatt en Ami zijn tijdens de plundering van Ban Mettes gedood. Makita heeft zich aangesloten bij de Volgers van Attalan.
Het 7de Legioen onder leiding van Frater Supèrieur Clemens trekt ook richting de gevallen Tweede Zon. Zij zijn ervan overtuigd dat dit hemelobject een geschenk is van de Lichtheer en hen een stap dichter bij de terugkerende Gloriedagen van de Anciens zal brengen. Om in hun voedselbehoefte te voorzien dwingen de Fratres ook een grote groep Agricole met hen mee te reizen. Deze Agricole komen uit het koninkrijk Voixmoir en staan onder leiding van de Maitre Lubet. Ook reist de Gessurites Pere Bernardus mee, die volgens de geruchten grootse plannen heeft met het Hemelobject.
Een ander reisgenootschap dat onderweg is naar het hemelobject. De Volgers van Attalan hebben in het Toldorp bij Dahun geprobeerd de Baanders als slaven aan de Scabreuze Koning te betalen als Tol. Hierom is flink gevochten en zijn geen van de twee reisgenootschappen er beter uit gekomen. Nadat de Volgers van Attalan door de Tolpoort zijn gebroken hebben ze bijna niets meer van de Reizers van Baander gezien of gehoord.
Bobur is een Mineur van de mijn van Boï uit Nain Doré, die de Volgers van Attalan verraden door mee te gaan met de Groene Dood.
Een monsterlijke Malformès Kolos die de Volgers van Attalan geholpen heeft door de poorten van Dahun-nabij-het-GIF te breken. Nu volgt hij het Reisgenootschap in hun kielzog.
Bendes van de twee grootste mercantile families in dit deel van de Vervallen Wereld. De Zwaardvissen werken voor de familie Put, de Zwarte Knokkels voor de familie Kremer.
Vanuit de zuidelijke stad Grand Civitas trekken er ook gelovigen van de Lammeren God richting het gevallen Hemelobject. Zij zijn niet te scharen onder de volgelingen van de moeder Gaia, noch de Kinderen van het Licht. Zij kenmerken zich door vaak ongewapend en naar het lijkt, onwetend, de gevaren van de Vervallen Wereld te trotseren.
Een groep volgelingen van de Moeder Gaia die een obsessie lijken te hebben met mossen, zwammen en paddenstoelen. Ook beweren zij dat hun leider, de Opper-Zwam, immense potentie voor Woordmacht kan schenken aan een ieder die hem dient.